Een specialist nodig? 030 – 272 45 00

Wetsvoorstellen: Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens met het oog op de verwerking van camerabeelden door bedrijven en particulieren ter ondersteuning van de opsporing

8 juni 2015

In: Kennisbank: bestuursKennisbank: civielKennisbank: strafNieuwsberichtenWetsvoorstellen

De Minister beoogt met het wetsvoorstel te regelen dat het een ieder onder voorwaarden wordt toegestaan om (camera)beelden van diefstal of vernieling te publiceren ter ondersteuning van de opsporing met het oog op de identificatie van de verdachte. Het wetsvoorstel zou voorzien in een maatschappelijke behoefte, de opsporing van strafbare feiten ondersteunen en zou voorzien in een helderder kader voor de omgang met camerabeelden van strafbare feiten. De Minister constateert dat steeds vaker bedrijven en particulieren door middel van beveiligingscamera’s of met smartphones opnames maken. Onder die opnames bevinden zich ook beelden van mogelijke strafbare feiten. De Minister stelt dat bedrijven en burgers die beelden willen gebruiken, omdat zij zouden willen dat verdachten van strafbare feiten snel worden opgespoord. Het publiceren van die beelden kan een grote impact hebben op (vermeende) verdachten, maar ook op anderen die op die beelden te zien zijn, zoals slachtoffers of toevallige passanten. Overigens is het niet de bedoeling van het wetsvoorstel dat bedrijven en particulieren (camera)beelden van alle (vermeende) strafbare feiten openbaar maken: slechts camerabeelden van diefstal, waarbij geen sprake is van geweld of bedreiging met geweld, en vernieling komen in aanmerking om door bedrijven en particulieren openbaar te worden gemaakt.

Kernpunten

-publicatie van camerabeelden door burgers en bedrijven heeft geen meerwaarde boven publicatie vanwege het Openbaar Ministerie. Het opsporingspotentieel van beelden kan met de bestaande wet- en regelgeving worden benut en nieuwe regelgeving is daartoe niet noodzakelijk;

-het oordeel of een strafbaar feit is begaan behoort bij de rechter of het Openbaar Ministerie te liggen. Niet bij burgers of bedrijven. De verantwoordelijkheid voor die beslissing dient de wetgever niet te beleggen bij burgers of bedrijven.

-door de in het voorstel opgenomen beperkende voorwaarden komt het wetsvoorstel nauwelijks tegemoet aan de wens van burgers of bedrijven dat de door hen gemaakte beelden bij de opsporing worden betrokken.

Conclusie

Invoering van dit wetsvoorstel beoogt de mogelijkheden voor burgers en bedrijven om beelden van vermeend strafbare feiten te publiceren te vergroten. Het oordeel of sprake is van een strafbaar feit wordt daartoe bij de burger of het bedrijf gelegd. Dat is onwenselijk en een miskenning van de mogelijkheden die het Openbaar Ministerie heeft om beelden van mogelijk strafbare feiten te publiceren. De NOvA geeft de Minister in overweging dit wetsvoorstel niet in te dienen. (bron: advies Nederlandse orde van advocaten).

Klik hier voor de memorie van toelichting.

Klik hier voor het advies van de NOvA.

 

Advies van ons nodig?

Heeft u advies of juridische bijstand nodig?
Neem dan contact met ons op!
Bel 030 272 45 00

Stuur een mail
U gebruikt een verouderde browser!

Werk uw huidige browser bij naar de laatste versie. Update mijn browser nu

×